Hfdst. 4: Zwart geld  (Deel 1: Dreiging)


Mijn secretaresse Linda had een afspraak gemaakt voor bezichtiging van een flatje. Het tijdstip van vijf uur was eigenlijk niet goed gepland, want aan het einde van de middag staan er in en rond de stad altijd veel files, waardoor kijkers vaak rond dat tijdstip vast staan in het verkeer.
Ze had de kandidaat op de fileproblemen gewezen, maar de beller kon niet vroeger.
Ook deze keer was het raak. Dertig minuten moest ik wachten. Het was goed dat de bezoeker naar kantoor gebeld had dat hij vaststond in de file. Anders was ik alweer weggegaan. 


Eindelijk stopte een dure slee op het parkeerterrein waar een robuust persoon uitstapte.
‘Ben jij de makelaar?’ vroeg de man met een zware stem.
‘Jazeker, mijn naam is Brink, Bert Brink.’
Ik vond het verstandig om geen opmerking te maken over zijn vertraging, want deze kerel leek me geen lieverdje. Hij was groot, stevig en breedgeschouderd en had geen geruststellend voorkomen.
De bezichtiging ging erg snel. Binnen tien minuten stonden we weer buiten. Hij gaf me een stevige hand en zei: ‘De flat is verkocht. Ik betaal de vraagprijs. Maar ik moet nu weg, want ik ben al erg laat. Ik bel morgen voor een nieuw afspraak op je kantoor.
Dat was een lekker vlotte deal, dus ging ik tevreden huiswaarts.

De volgende dag belde de man inderdaad op met de vraag of ik die middag om drie uur tijd had. En zo kwam het dat ik ’s middags met de kandidaat-koper tegenover mij in de spreekkamer zat.

Hij stak een dikke sigaar op, zonder te vragen of ik dat wel goed vond. Hij wilde kennelijk indruk maken.
‘Behalve over dat flatje wil ik ook nog over iets anders praten’, begon de bezoeker.
‘Vertelt u maar.’
‘Ik wil hier in de stad wat beleggingspandjes kopen. Zelf kom ik uit Amsterdam, maar daar zijn de huurobjecten gigantisch duur. Kun jij voor mij daar naar op zoek gaan?’
‘Ja, natuurlijk kan ik dat. Daarvoor ben ik namelijk makelaar.'
‘Prima, dat is helemaal goed. Kun je dan even wachten? Dan ga ik mijn broer erbij halen. Die kan daarover beter met je praten.'

Mijn opponent verdween en kwam even later terug met zijn broer; een nog indrukwekkender figuur dan hijzelf. Nog groter, nog breder, nog angstaanjagender, met een kaalgeschoren hoofd en opgestroopte mouwen, waardoor zijn tatoeages op armen en zelfs in zijn nek er van afspatten als waarschuwing van: ‘Spreek me niet tegen, want anders …’
Hij ging pal tegenover me zitten; maar niet op een gemoedelijke manier. Zeker niet; het was zelfs in een vrij agressieve houding, strak voorovergebogen met zijn armen op de tafel leunend.
‘Ik hoorde dat we voor aankoop van beleggingsobjecten bij jou terecht kunnen. Klopt dat?’
‘Zeker. Ik kan daar naar op zoek gaan.’
‘Prima. Luister goed, beste makelaar.’ De sfeer werd door die laatste woorden nog dreigender dan het al was sinds zijn binnenkomst. ‘Ik heb een voorstel dat je onmogelijk kunt weigeren.’

Ik begreep onmiddellijk dat de komende minuten bijzonder spannend zouden gaan worden.(wordt vervolgd).


4-8-2019
(wordt vervolgd)

Wil je meer story's lezen? Klik dan HIER voor de volledige titellijst