Roland Garros - Deel 1

Veel amateursporters zullen er wel eens van dromen om ooit het ultieme gevoel te krijgen in een groot, vol stadion te mogen spelen. Of dit nu als voetballer, atleet, of tennisser is, maakt niet uit. Het zou natuurlijk fantastisch zijn om dat te mogen ervaren. Maar helaas zal dat gevoel bij de modale sporter, vermoedelijk nooit overkomen.

Voor je verder gaat met het lezen van dit artikel, wil ik wel even waarschuwen. Het heeft namelijk geen zin om door te gaan. Je wordt er namelijk geen greintje wijzer van.
Lees je wel verder, kom niet bij mij aan, dat het allemaal flauwekul was wat ik heb geschreven, want ik heb je gewaarschuwd.

Oké, je leest toch door? Dan wil ik hier een geheim vertellen.
Ooit was ik in Parijs op vakantie. En als ik op vakantie ga, neem ik altijd mijn tennisspullen mee. Ik hou van tennis en je weet immers nooit wie je tegenkomt om er een balletje mee te kunnen slaan.
Op een gegeven moment liep ik met tennistas om mijn nek in Parijs en kwam bij een mooi stadion. Bij de ingang stond zoiets als Stade Roland Garros. Uit nieuwsgierigheid ging ik er binnen, zonder dat ik door iets of iemand werd tegengehouden. De controleurs, die er stonden, dachten natuurlijk dat ik er kwam tennissen. Ik wandelde in de catacomben wat rond, totdat ik in een kleedkamer terechtkwam.
 

Roger Federer

Omdat ik al een enorm eind gelopen had, ging ik wat uitrusten op een massagetafel.

Op een gegeven moment kwam er een man binnen, met een enorme tennistas over zijn schouder. Hij begroette me vriendelijk. “Ah, tu est mon adversaire?”

Ik herkende de man direct, want het was niemand minder dan Roger. Jazeker: het was Roger Federer.

Ik wist niet zeker wat het woord adversaire betekende, daarom stelde ik mij maar voor en antwoordde: ‘Oui, je suis Jules du Lac.’

27-11-2017

Wordt vervolgd