Bedankt (maar niet heus)

Dit gedicht is geschreven als voordracht

 naar aanleiding van de feestelijke sluiting van de onderlinge tenniscompetitie

 van mijn tennisvereniging van afgelopen winter op de dinsdagochtenden.

 

Goede middag allemaal.

Aan het einde van dit dinsdagochtendseizoen
heb ik behoefte om eens een gedichtje doen.

Daarom: Beste tennisvrienden en lieve vriendinnen,
wil ik op deze laatste competitiedag beginnen
met jullie allemaal heel hartelijk te bedanken
… Tja … jullie zien wel, ik moet er bijna van janken


Ik wil jullie dus bedanken voor al die gemene ballen
die mijn tennisplezier zo vaak vergallen
waardoor ik op de baan als een dolle heen en weer moet gaan
om te proberen de ballen netjes terug te slaan



De ene keer is het een smerige smash of een gemene drop
Dan weer een keiharde ace of een linke lob.
Ik krijg vaak de rotste ballen om mijn oren
omdat jullie altijd zo graag willen scoren.

Ik vind die pesterijen echt niet leuk meer
en zoiets gebeurt in bijna elke partij keer op keer.
Ik doe nooit zoiets gemeens, zoals jullie wel weten.
Maar let op, ik kan jullie ook flink laten zweten.

Ik ben het langzamerhand behoorlijk zat
en heb het inmiddels met jullie wel gehad
Daarom ga ik vanaf nu … ook gemene ballen slaan
En zal ik elke partij proberen jullie af te laten gaan.

Maar ondanks deze nare ervaringen vind ik het erg fijn
Dat we hier met ons allen zo gezellig samen zijn.
Ik hoop van harte dat we deze fijne sfeer nog vele jaren
op dinsdagochtend mogen blijven bewaren.

Daarom wil ik graag het glas heffen,
opdat we elkaar nog heel lang mogen treffen,
zowel in de kantine als op de baan
om gezellig te kletsen of een leuk balletje te slaan.
 

Proost, op ons allemmaal