Een prachtig kerstgeschenk

De straat blonk als een spiegel in het lichtschijnsel van de lantaarnlampen.
Het ijzelde nogal flink. Levensgevaarlijk om midden in de nacht op pad te gaan. Maar ja, Justin was zojuist uit bed gebeld om onmiddellijk te komen. In één keer was hij klaar wakker en kleedde zich snel aan. Scheren deed hij niet; dat was tijdverlies.

Helaas had hij de gladheid buiten nog niet opgemerkt. Bij de eerste stap op straat ging het al mis. Versuft lag hij korte tijd op het plaveisel. Veel tijd om over de pijn in zijn rug na te denken, gunde Justin zich niet.
Zo snel mogelijk krabbelde hij overeind en liep al schuifelend verder naar de auto.‘Verdorie, ook dat nog’, mopperde hij hardop toen bij zijn auto was gekomen. ‘Waarom gisteravond de ruiten niet afgedekt? Ik wist toch dat het zou gaan vriezen. Dat kost me weer minimaal vijf minuten met krabben.’

Eindelijk kon de man wegrijden. Wel heel langzaam, natuurlijk.
Maar hoe voorzichtig hij ook reed, in de eerste de beste bocht maakte de pechvogel een schuiver, draaide met zijn auto rond en kwam in de struiken terecht.
Met moeite kon hij zijn Fiatje los krijgen en verder rijden. Nu nòg voorzichtiger dan zojuist. Eenmaal op de grote weg kon het gaspedaal eindelijk omlaag. Hij zette de radio aan en genoot van de sfeervolle kerstliedjes die uit de speakers schalden.

Toen Justin na een kwartiertje op de plaats van bestemming aankwam, rende hij door de gang naar de kamer, in blijde verwachting van wat hij te zien zou krijgen.
Op het moment dat hij de kamer inliep, hoorde hij een baby huilen en zag zijn vrouw liggen met een dotje witte doeken in haar armen.
Daar lag zijn kindje in doeken gewikkeld! Zijn baby! Zijn kerstkindje! Geboren midden in de kerstnacht.
Hij kuste zijn vrouw. ‘De bevalling ging toch nog erg snel, hè, lieverd. En dat terwijl de dokter gisteren nog zei dat het misschien nog een paar dagen kon duren. Alles goed met je? Mag ik hem even?’
Justin boog voorover, maar schoot meteen weer omhoog. ‘Auw, aaah, mijn rug.’
‘Wat heb je?’
‘Ben zojuist gevallen en heb waarschijnlijk wat schade aan de auto door de gladheid.’
‘Arme pechvogel.’
‘Helemaal niet. Ik ben juist een geluksvogel. Hij is mijn kerstkindje. Ons kerstkindje. Fantastisch toch?’
‘Schatje, het is geen hij, maar een zij.’
‘Maakt niet uit. Het blijft een kerstkindje.’
Weer boog Justin voorover, nu voorzichtiger, nam haar in zijn armen en begon zachtjes te huilen.
‘Lieveling, dit is het allermooiste kerstgeschenk dat ik in mijn leven ooit heb gekregen. Dank je wel.’

 
30-12-2014