Meester Zuurpruim (deel 3: slot)

Wat was er toch met die mijnheer Zuurpruim aan de hand
met zijn wisselende stemmingen en vervelende opmerkingen?
Ik dacht dat ik de reden begon te begrijpen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Zuringa wilde mij snel boven rondleiden.
‘Boven?’, informeerde ik verbaasd. ‘Dit is toch een benedenwoning?’
Gehaast antwoordde hij: ‘Jawel, maar er zijn twee kleine kamers boven. Één op de eerste en één op de tweede verdieping. Kom vlug mee voor het te laat is. De zeven minuten zijn zo om.’
‘Maar meneer Zuurpr…, eh, meneer Zuringa, de bezichtiging mag toch wel wat uitlopen?’

Ineens was de stemming weer gewijzigd; hij keek op zijn horloge en reageerde venijnig: ‘Nee, mijnheer Berg, ik wil mijn planning niet door u in de war laten schoppen. U was vier minuten te laat. We zijn wel wat ingelopen, maar we hebben nog maar zeven minuten over.’
Hij was uitmuntend knap, maar had duidelijk een groot probleem. De man was zo precies, dat zijn stemmingen afhingen van kleine dingetjes, zoals nu. Ik wist het nu zeker: Zuringa bleek flink autistisch te zijn.

Hij raakte steeds meer gestrest, zowel met praten, als met lopen. Op het laatst keek hij voortdurend op zijn horloge en inderdaad, precies tien voor drie hadden we het hele pand bekeken. De man was weer in gewone doen geraakt.
‘Het doet me deugd, mijnheer Bert, dat we, ondanks dat u te laat was, nog op tijd klaar zijn,’ lachte hij nu minzaam.

Ineens was de man een en al vriendelijkheid. ‘Weet u wat, mag ik voorstellen dat we in het café om de hoek een drankje drinken en de verkoop gaan bespreken?’
Hij leek nu een totaal andere persoon, dus liet ik mijn aanvankelijke weerzin varen. ‘Prima idee,’ beaamde ik. ‘Maar komt u dan niet in tijdnood?’
‘Nee hoor,’ lachte hij vrolijk, ‘ik heb mijn plan aangepast. Ik wilde om drie uur gaan wandelen, maar dat laat ik nu vervallen. Soms ben ik wel eens soepel in het aanpassen van mijn tijden.'

En zo gebeurde het dat we even later toch nog een genoeglijk gesprek begonnen over de verkoop van het pand. Maar dat duurde niet lang, want na een paar minuten ging Zuurpruim weer uitgebreid zeuren, onder meer over de bij wet vastgestelde drie-dagen-bedenktijd voor kopers; over de gebruikelijke hypotheekclausule en andere bepalingen in de gebruikelijke standaard verkoopovereenkomsten van de NVM.
Nu was ik het toch echt spuugzat geworden; ik stond van tafel op: ‘Ik wil het pand niet in de verkoop, mijnheer Zuringa.’
‘Wat? Maar waarom, waarom dan niet?’, stamelde de man verbaasd. Zowel Zuringa als Linda zaten me ongelovig met grote ogen aan te staren.
‘Maar u mag het pand gaan verkopen, mijnheer Bert,’ probeerde hij nog.
‘Nee, dank u, geen interesse meer. Ik ga afrekenen aan de bar. Kom je mee, Linda?’

Terwijl ik dolblij was dat mijn probleem was opgelost, had Meester Zuurpruim er twee problemen bij gekregen: behalve dat hij een nieuw slachtoffer onder de makelaars moest proberen te strikken, diende hij nu ook zijn tijdschema weer aan te passen.

16-12-2019

Wil je meer story's lezen? Klik dan HIER voor de volledige titellijst