Mijn jeugddromen                         

Waar zijn mijn jeugddromen, mijn vele idealen van vroeger toch gebleven? Ik ben ze al lang kwijt en krijg ze nooit meer terug.
Als 12-jarig jongetje wilde ik bijvoorbeeld stuurman op de wilde vaart worden. Ik was toen zeeverkenner en vond het uniform zo stoer. Dat werd niks, want ik was brildragend en kon dus niet naar de zeevaartschool. Daarna wilde ik binnenhuisarchitect worden. Cursus gevolgd, maar werd ook niks. Ik had totaal geen smaak of gevoel voor ruimte-inrichting. Ik probeerde nog wat in de creatieve sector als reclametekenaar. Maar mijn toenmalige baas zag het niet in mij zitten. Niet genoeg fantasie, dus werd ik klusjeshulp van de tekenaar.

 

Ook heb ik ervan gedroomd om een beroemd schrijver te worden, een profbestaan als doelman, een bekende pianist, een marathonloper, tenniskampioen, badmintontopper.
Ik heb het allemaal gedaan, allemaal geprobeerd, maar er is weinig (of beter gezegd: niets) van terecht gekomen. Mijn probeersels bleven steken in bescheiden amateurisme, ver onder de middelmaat.

Maar ik ben niet bedroefd of teleurgesteld, hoor. Ik heb van al mijn niet uitgekomen dromen toch volop genoten. Weliswaar als hobbyist of amateur, maar toch volop genoten.


Maar, beste lezers, jullie hebben natuurlijk allemaal vroeger ook je dromen gehad, of je hebt ze misschien nog. Eigenlijk ben ik best nieuwsgierig of bij jou één van je jeugddroom is uitgekomen en hoe je je daarbij hebt gevoeld.
Maar als dat niet gebeurd is, niet getreurd, want er zijn vast en zeker veel andere mooie zaken voor in de plaats gekomen waar je heel blij mee kunt zijn.
Bij mij zijn dat bijvoorbeeld mijn kinderen en kleinkinderen, drie prachtige schoondochters, altijd nog actief in de sport (ondanks mijn iets gevorderde leeftijd), een goede gezondheid (hoop ik) en redelijk helder van geest (geloof ik).

Verder heb ik de nodige leuke bezigheden. Regelmatig stukjes schrijven (wat veel van mijn lezers tot hun mogelijke treurnis weten); pianospelen (voorheen als toetsenist in een band op feesten en partijen); tennissen (met en tegen fanatieke of minder fanatieke maten).
Hobby’s genoeg dus. Daardoor krijg je de nodige sociale contacten en vrienden (één van hen vindt overigens dat je niet te veel vrienden moet krijgen, want dat schijnt nogal vermoeiend te zijn).

Jullie hebben natuurlijk ook allemaal de nodige hobby’s, doen leuke dingen, of zijn nuttig bezig, maar er zullen soms ook mindere momenten zijn. De kunst is natuurlijk om daar dan goed mee om te gaan en positief te blijven. Hobby’s en mooie of leuke dingen doen, kunnen daar veel aan bijdragen.
Dromen mag. Het is leuk om mooie dromen te hebben, maar we kunnen beter onze dromen beperken tot de slaapmomenten, lijkt mij.
Want het leven kiest toch zijn eigen weg.

 

27-05-2019
 
Wil je meer blogs lezen? Klik HIER voor de titellijst.